Gestructureerd werken aan persoonlijke groei – SDKD methode
Gestructureerd werken aan persoonlijke groei – SDKD methode
Wil je persoonlijke groei en wil je dit gestructureerd doen? De SDKD methode helpt je met behulp van vier activiteiten om dit gestructureerd te doen. De activiteiten zijn: Signaleren, Duiden, Kiezen en Doen.
Hulp nodig om te werken aan je eigen groei?
Werken aan jezelf is uitdagend en intensief en enorm energie gevend als je afgelegde groeipad bekijkt. Jammer genoeg is het niet altijd een eenvoudig pad om af te leggen. Je gedrag en vaardigheden zijn vaak ingesleten patronen en zijn daarom moeilijk aan te passen. In 9 van de 10 gevallen, of misschien wel vaker, pas je je voorkeursgedrag toe. Dit is het gedrag dat je van nature eigen hebt gemaakt en als het ware in je ‘systeem’ zit en je automatisch toepast. Het is routinematig gedrag. Dit gedrag heeft je gebracht tot waar je bent gekomen, maar zal niet in alle gevallen effectief zijn. Of sterker nog, het staat verdere groei op bepaalde momenten in de weg. In sommige gevallen is ander gedrag effectiever. Om dit andere gedrag te kunnen toepassen heb je inzicht nodig in dit andere gedrag en is het handig als je dit andere gedrag ook kan toepassen.
Het begint ermee natuurlijk mee dat je zelf weet waarin je je wilt ontwikkelen en groeien om je effectiviteit te vergroten. Als je weet waaraan je wilt werken, dan helpt de SDKD methode je om je eigen gedrag te verbeteren.
Hoe werkt de SDKD methode?
De SDKD methode bestaat uit 5 componenten die met elkaar samenhangen. Centraal in het model hangt je persoonlijke leiderschap. Dit is essentieel voor je eigen groeipad. Rondom dit persoonlijke leiderschap staat de cyclus van vier stappen waardoor je oefent met je nieuwe gewenste gedrag.
1 Persoonlijk leiderschap
Centraal in het model staat het persoonlijke leiderschap. Je bent zelf verantwoordelijk voor je eigen persoonlijke groei en ontwikkeling. Je kiest er zelf voor om met de kwaliteiten aan de slag te gaan en ze te versterken. Om te kunnen leren groeien zul je jezelf onder de loep moeten nemen. Reflectie is een essentieel onderdeel van groei. Je hoeft geen reuzenstappen te nemen voor een groot effect. Vaak zijn het juist de kleine stapjes die groot effect hebben.
2 Signaleren
Staat voor het gebruiken van je zintuigen om een “trigger en situatie ” op te merken. Met signaleren gaat het erom dat je je eigen niet effectieve gedrag opmerkt. Dit kun je zelf doen of met hulp van een ander. Bijvoorbeeld, een collega geeft je feedback over de manier waarop je hebt gedragen tijdens een overleg. Je reageert hierop door van je af te bijten en te zeggen dat die collega eerst maar eens naar zichzelf moet kijken voordat ze jou feedback geeft.
3 Duiden
Betekent dat je het gesignaleerde gedrag waarop je beter wilt worden zelf opmerkt en wilt veranderen om effectiever te worden. Het duiden en verklaren is erg belangrijk omdat je hiermee je toegepaste gedrag in de context van de opgetreden situatie plaatst. Door dit te doen kun je beoordelen of jouw gedrag het meest effectief is of dat je beter ander gedrag effectiever kan zijn. Bijvoorbeeld, je herkent je gedrag en realiseert je dat je inderdaad verkeerd hebt gedragen tijdens het overleg en baalt daarvan. Je baalt ervan om dat je teleurgesteld was omdat je een beter resultaat had willen bereiken. Ook je manier van reageren naar de collega die je feedback gaf was niet goed juist omdat je baalt van het niet behaalde resultaat.
4 Kiezen
houdt in dat je je in een situatie meerdere gedragingen kan toepassen. Om te kunnen kiezen zet je de alternatieven naast elkaar zetten en bepaal je welk gedrag het meest effectief is in de situatie. Bijvoorbeeld: je kunt kiezen tussen opkroppen van teleurstelling en balend weg gaan, of je kunt je teleurstelling benoemen en aangeven dat je daarvan baalt. Door je teleurstelling uit te spreken zul je waarschijnlijk niet zo kort af reageren naar je collega.
5 Doen
Staat voor het actief toepassen en oefenen van je gewenste gedrag. Nu je het gewenste nieuwe gedrag hebt ingezet doe je achteraf ook een korte evaluatie of het gedrag ook daadwerkelijk het gewenste effect heeft gehad. Als het is gelukt is dat super. Is dit niet het geval, dan kan dit betekenen dat je je nieuwe vaardigheden nog wat vaker kunt oefenen, of dat dit gedrag toch niet paste bij de situatie. Bijvoorbeeld: je benoemt tijdens het overleg dat je teleurgesteld bent. Door dit te benoemen ontstaat het gesprek hierover en kun je daar al je stoom afblazen en zullen collega’s begrip voor je gedrag krijgen en kun jij je gedrag aanpassen.
Je zult merken dat naarmate je deze methode vaker toepast, je steeds beter gaat snappen hoe én waarom je je huidige voorkeursgedrag inzet. Ook gaat het je helpen om alternatief gedrag te ontwikkelen. Door je persoonlijke groei kun je vervolgens kiezen welk gedrag je inzet om zo effectief mogelijk te zijn.
Laat je je inspireren door mijn blogs? En vooral, help je mee om ze beter te maken door erop te reageren? Ik ben benieuwd naar je toevoegingen…
Wil je sparren over je vraagstuk?
Contact
Extra informatie
Gelieerd aan Nyenrode & CRKBO geaccrediteerd.
